12. Twee tegenwerpingen van vleselijke mensen

Nu, er zijn twee tegenwerpingen waarmee vleselijke mensen deze waarheid van God zwart willen maken. Deze moeten beantwoord worden voor ik verder kan gaan.

12.1 Tegenwerping 1: De middelen maar niet langer gebruiken?

De eerste tegenwerping, die deze mensen maken, is deze: O, zeggen zij, is het zo dat al onze gebeden, al ons horen en al ons gebruik van de middelen niets waard is en ons niet zullen rechtvaardigen of ons bij God aangenaam maken? Laat ons dan de middelen niet langer gebruiken. Laat ons dan drinken, zweren, dartelen en leven naar het goeddunken van ons hart. Wij horen toch van de predikant dat alle plichten die wij doen ons niet zullen behouden. Zo stort er een menigte van vleselijke mensen in het eeuwig verderf die alle bevelen van God achter hun rug werpen.

“Is het zo dat al onze gebeden, al ons horen en al ons gebruik van de middelen niets waard is en ons niet zullen rechtvaardigen of ons bij God aangenaam maken? Laat ons dan de middelen niet langer gebruiken.”

Hierop antwoord ik.  Zegt de predikant dit, zo zegt hij de waarheid, want Gods Woord en de Geest van God spreken zo. Ja, de Heere Jezus zélf spreekt niet anders en wilt u dan tegenspreken wat de Heere Jezus Christus gesproken heeft? Zegt niet de Apostel in Efeze 2 vers 8:  Uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, enzovoorts? En op een andere plaats (Rom. 9 vers 16) het is niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt maar des ontfermenden Gods. Het is de Geest Gods die dat zegt en durft u de Heere Jezus Christus in Zijn aangezicht weerstaan? Maar wacht een ogenblik. Neem mijn gehele antwoord met u mee en bedenkt deze drie dingen. Voor u die deze leer van Gods vrije genade misbruiken wilt.

  1. Hoewel uw goede werken niet genoegzaam zijn om u te behouden, zo zijn toch uw kwade werken genoegzaam om u te verdoemen zoals de apostel zegt in 2 Thessalonicenzen 2 vers 12: Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.

“U, die vermaak hebt in uw dronkenschap en goddeloosheid en in uw spotten met de middelen der genade; er is plaats genoeg voor u in de hel.”

U, die vermaak hebt in uw dronkenschap en goddeloosheid en in uw spotten met de middelen der genade; er is plaats genoeg voor u in de hel zodat u allen verdoemd kunt worden. Ja, u die zich vermaakt in uw dronkenschap, u mocht wel uw laatste glas drinken om uw verdoemenis te verzegelen. En u die de waarheid van Christus lastert: ziet toe dat God Zijn toorn over u niet uitgiet. Het is waar dat al uw goede werken niet volkomen goed zijn, zodat zij u niet kunnen behouden. Echter zijn uw kwade werken vol­maakt kwaad en zullen ze u verdoemen. Als zelfs uw gebeden een gruwel voor de Heere zijn, wat denkt u dan van uw zonden? Meent u dat u uw goddeloosheid de vrije teugel kunt geven omdat de barmhartigheid in de wereld gekomen is? Deze godde­loosheid zal u voor eeuwig verdoemen.

  1. Degenen die zich zo verzetten tegen Gods vrije genade in Jezus Christus (de Heere opene uit genade hun ogen want mijn ziel treurt over hen en over de ontzettende straf die hen zeker zal treffen tenzij de Heere op tijd hun harten verbreekt), laat ik weten dat zoals elke zonde genoegzaam is om een ziel voor eeuwig te verdoemen, hun zonde van het verwerpen van Gods inzettingen en middelen tot de zaligheid een onuitsprekelijke en onbeschrij­felijke snoodheid is. Hun oordeel zal evenredig verschrikkelijk zijn. Hun zonde is geworden boven mate zondigende omdat de genade geopenbaard is en zij er daarmee gespot hebben. De zwaarste van alle toorn die er in God is zal hun deel zijn.

Goede God! Is het mogelijk, dat ooit een mens de barmhartigheid Gods zo zou durven versmaden? Dat er ooit iemand zou zijn die het bloed van Christus zo zou durven vertreden door niet alleen te zondigen maar ook de genade Gods in ontucht te verkeren en zo de Heere Christus tot een beschermer van hun onreinheid maken? Hoe zal de Heere Jezus het opvatten, dat waar hij in de wereld kwam om de werken des duivels te verbreken, zij van Hem een middel hebben gemaakt om de werken des duivels staande te houden?

“Hoe zal de Heere Jezus het opvatten, dat waar hij in de wereld kwam om de werken des duivels te verbreken, zij van Hem een middel hebben gemaakt om de werken des duivels staande te houden?”

O, ontzettend dat er mensen durven zondigen omdat de genade overvloedig is. En als zij horen dat Christus hen wil zalig maken zij daaruit moet grijpen om ondertussen alles te kunnen doen wat zij kunnen tégen Hem die hen moet behouden. Zie eens  wat Paulus tot zo iemand zegt in Romeinen 2 vers 4 en 5: Veracht u de rijkdom Zijner goedertierenheid en verdraagzaamheid en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Maar naar uw hardigheid en uw onbekeerlijk hart vergadert gij uzelf toorn als een schat in de dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.

U die in de schoot van de kerk leeft, waar de engelen neerkomen van de hemel en zich verblijden over de vrije genade Gods in Christus. Hebt u de aanbieding van Zijn genade en versmaadt u die? Zo is dan uw dronkenschap niet allen dronkenschap, maar daar is een schat van wraak in. En u die zegt dat u zich zult dronken drinken en goddeloos zijn omdat uw nuchterheid en goede werken u toch niet zalig kunnen maken, ik zeg u: het is niet enkel spotten en goddeloosheid, maar daar is een schat van wraak in dit alles. En als u zult staan voor de rechterstoel van Christus en zult beschuldigd worden als dronkaard, bespotter van Gods volk en als een goddeloos mens. Als de Wet tegen u gevonnist heeft, zo zal de barmhartigheid tegen u inkomen en zeggen: Heere, oefen wraak over hem voor mij. Want Ik ben door hem onteerd geworden omdat de genade overvloedig was zo wilde hij dat zijn zonde ook zou overvloedig zijn ten koste van de genade. En dan komt Christus bloed in en roept luide om wraak tegen die dronkaard, zeggende: Heere, er zijn arme zondaren die niet beter wisten, maar wraak moet er worden geoefend Heere tegen die dronkaard en tegen die spotter omdat mijn bloed is gestort en barmhartigheid is aangeboden en zij Mij toch hebben veracht.

“Want Ik ben door hem onteerd geworden omdat de genade overvloedig was zo wilde hij dat zijn zonde ook zou overvloedig zijn ten koste van de genade.”

Gij, die uw dronken buren en knechten kent en hun wulpsheid en spotternij ziet en hoort, zeg tot hen dat er een schat van toorn is in die zonden. En u die er aan schuldig bent, ga naar huis en treur er over. Ja, de Heere geve ons een hart om voor u te treuren. En u die weet dat het zonde is als u tot de Heere in het gebed gaat, zendt een smeking voor hen op en zegt: Och, Heere! neem die schat van wraak weg! Bid voor hen, dat hun, indien het mogelijk zij, deze grote zonde mag vergeven worden.

  1. Al zulke personen moeten weten dat het vleselijk ver­trouwen op de middelen de oorzaak is die de zegen uit het gebruik van de middelen wegneemt. Paulus zegt in Filippenzen 3 vers 7: Hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus wil schade ge­acht, dat is, wanneer hij enig vertrouwen zou stellen op datgene wat hem voor die tijd gewin leek te zijn, namelijk zijn ijver in de middelen, dan zou hij daardoor juist het doel van die middelen mislopen en daarom heeft hij ze om Christus schade en drek geacht.

12.2 Tegenwerping 2: Wat leveren de middelen ons nog op?

De tweede tegenwerping is, dat sommigen zullen zeggen: u doet niet anders dan ons bestraffen over onze plichten, en u probeert ons daar maar steeds vanaf te trekken. Waarom zouden wij dan nog bidden en preken gaan horen? Wat voor goeds zullen wij daar dan nog door bekomen? Als wij niet behouden kunnen worden door deze middelen waarvoor moeten we ze dan nog gebruiken?

Hierop antwoord ik: Het is noodzakelijk de middelen te gebruiken en er is veel goeds door te bekomen. Het is hierin zoals de apostel spreekt in Titus 2 vers 14: Dat ook de onze leren, goede werken voor te staan tot nodig gebruik. Nadat hij gesproken had van de vrije rechtvaardigmaking door genade. Immers in vers 4 en 5 had hij gezegd: Wanneer de goedertierenheid Gods onzes Zaligmakers en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes. Nu, opdat niet iemand zou zeggen: Indien God een mens niet zalig maakt, wegens zijn werken, waarom zullen wij dan goede werken doen? Ziet, wat hij er bijvoegt: Laat ons leren, goede werken voor te staan, enzovoorts.

“Er zijn vele nodige en nuttige gebruiken van de middelen, al zijn ze niet verdienstelijk en van volstrekte genoegzaamheid.”

Er zijn vele nodige en nuttige gebruiken van de middelen, al zijn ze niet verdienstelijk en van volstrekte genoegzaamheid. Zou hij niet dwaas zijn die zegt: wat zal ik doen met mijn geld als ik het niet eten kan en wat zal ik doen met mijn boot als ik er niet in wonen kan? Een mens kan spijze kopen voor zijn geld en roeien met zijn boot en zo moet u alle middelen gebruiken en alle bekwame gelegenheden waarnemen waarvoor ze bedoeld zijn. En als het ooit de tijd was om te bidden en te vasten, dan is het nu in deze bange dagen. Welnu, doe dat! Bid en vast, maar meent niet dat u door de waardigheid of verdiensten daarvan behouden of gerechtvaardigd zult worden.