Eerste boek – Hoofdstuk 10 – Dat de schrift, om alle bijgeloof terecht te wijzen, uitsluitend de ware God stelt tegenover alle goden der heidenen.

Hoofdstuk 10, art. 1

Wanneer wij zien op de schepping en onderhouding van God dan leert ons dat Zijn Vaderlijke goedheid, Zijn tot weldoen geneigde wil, Zijn gestrengheid als rechtvaardig Wreker en Zijn verdraagzaamheid.

Hoofstuk 10, art. 2

Mozes vat samen wie God is: Barmhartig, genadig, lankmoedig, groot van weldadigheid en waarheid, die de ongerechtigheden, overtredingen en zonden vergeeft. Die de schuldige niet onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid van de vaderen ook in de kinderen. De Heere openbaart Zich aan Jeremia in drie woorden: doende weldadigheid, recht en gerechtigheid op aarde. Wij voegen daar nog de volgende deugden aan toe: waarheid, macht, heiligheid, en goedheid. Al deze deugden nodigen ons tot vreze van God en tot vertrouwen op God.

Hoofdstuk 10, art. 3

De Schrift heeft ten doel om ons tot God te leiden en daarom verwerpt de Schrift alle andere goden. Daardoor is de enige en ware God NIET te dienen.