Cesar Malan (1787 – 1864) – Preek 2 Korinthe 2 :15-16
Wee mij, indien ik u niet smeek om u tot Hem te wenden, u aan Hem te onderwerpen en u op Zijn liefde te verlaten. Indien ik nu niet met liefdevolle zorg, met aandrang zeg, dat Hij u héden wordt verkondigd, dat Hij tot u nadert, dat Hij u roept. (…) Dat God u hiertoe uitnodigt met Zijn ganse hart en met Zijn ganse ziel, dat Hij tot u en toe ieder van ons zegt: “Gelooft in Mijn liefde en wordt behouden!”. Heden tenslotte, waarop de Heilige Geest, Die strijd voert met uw onwetendheid, met uw hardigheid, met uw traagheid en uw geringschatting, u toeroept Hem toch niet langer te verachten, Hem niet te bedroeven en de beker van zegeningen, die Hij u aanbiedt, niet langer weg te stoten.
Ja, wee die dienaar van het evangelie (…) indien hij vergeet dat hij tot verloren zondaren spreekt, dat hun dood zeer nabij is en dat de eeuwigheid ontzaglijk is! Als hij er tegenop ziet om heb te zeggen: “Vliedt de toekomende toorn”