“Misbruikte voorspoed is de oorzaak geweest van vele gruwelijke zonden tegen de eerste en tweede tafel der wet en in het bijzonder van de atheïstische goddeloosheid. De nalating van de ware godsdienst, het verachten van de heilige Sabbatdag en het misbruiken van de sacramanten hebben lang naar de hemel geroepen om de oordelen over ons uit te storten. Temeer nog is de onvruchtbaarheid van de prediking en onze onbekeerlijkheid opgeklommen tot God. Daarom is God nu begonnen om Zijn oordelen op ons te doen vallen, inzonderheid door kwade ziekten en pestilentie waardoor wij met Job wel mogen zeggen dat het ons in de oren rommelt en ons luid tot boetvaardigheid roept. Daarom staat het nu zo met ons (dat er ziekte is), en God ziet op ons om te zien of wij tot boetvaardigheid te bewegen zijn. Maar indien wij onze harten verharden beiden tegen Zijn woorden en tegen Zijn oordelen, en indien wij de sprake die van deze kwade dag tot ons komt wegstoten, zo moeten wij niet twijfelen of God zal schrikkelijker oordelen over ons brengen zoals wij ze nooit eerder gevoeld hebben.”