Het gevoel is geneigd om de liefde Gods te beoordelen vanuit het oogpunt van de voorzienigheid, of vanuit Zijn handelen op dit moment. En als het schijnt dat Hij toornt of Zich verbergt, gooit het alles omver, en roept: De Heere heeft vergeten genadig te zijn! Maar het geloof leest de liefde Gods in het aangezicht van Jezus Christus: de Borg is aanvaard, het aanbod en de beloften van het Woord zijn bekendgemaakt. Op Zijn Woord zegt het geloof, zal ik hopen.

Zolang de gelovige leeft door het gevoel, en van de Heere een gevoelige genieting heeft, is hij geneigd om te zeggen: Mijn berg staat vast, ik zal nooit bewogen worden; maar meteen als de Heere Zijn aangezicht verbergt, wordt de mens verschrikt. Het geloof blijft echter overtuigd van Zijn liefde, zelfs als de Heere Zich onttrekt. Het zegt: Ook al wandel ik in de duisternis, dan zaI ik toch betrouwen op de Naam des HEEREN, en steunen op mijn God.