Misschien vraagt u: Wat is dan toch dat Woord dat zo grote genade geeft, en hoe moet ik het gebruiken? Antwoord: Het is niets anders dan de prediking van Christus onderhouden, zoals Hij in het Evangelie geopenbaard is. Deze heeft maar één doel en inhoud: u hoort daarin uw God tot u zeggen, dat heel uw leven en al uw werken niets voor Hem betekenen, ja, dat u veeleer met dit alles, en met al wat in u is, voor eeuwig verloren moest gaan. Als u dat werkelijk gelooft – zoals u schuldig bent – dan moet u wel aan uzelf wanhopen, en belijden, dat Hosea in 13 vers 9 terecht zegt: ‘O, Israël, in u is niets dan verderf, alleen bij Mij is hulp.’ En opdat u uit uzelf en van uzelf – dat wil zeggen: uit uw verderf – verlost mag worden, stelt Hij u Zijn lieve Zoon Jezus Christus voor ogen. Hij laat u door Zijn levend, vertroostend Woord zeggen: u moet uzelf aan Hem overgeven, met vast geloof en blijmoedig vertrouwen. Dan zullen – door dat geloof – al uw zonden vergeven zijn. Heel uw verdorven bestaan zal overwonnen zijn, en u zult rechtvaardig, waarachtig, vol vrede en goedheid zijn. Alle geboden zullen vervuld zijn en u zult van alle dingen vrij zijn. Zo zegt Paulus in Romeinen 1 vers 17: ‘Een gerechtvaardigd christen leeft slechts van zijn geloof.’ En in Romeinen 10 vers 4: ‘Christus is het einde en de vervulling van alle geboden voor degenen, die in Hem geloven.’ Christus prediken is dus: voor de ziel een weide bereiden. Haar rechtvaardig, vrij en zalig maken, want dat gebeurt als ze aan de prediking gehoor geeft. Het geloof immers is het enige heilzame en doeltreffende gebruik van het Woord van God.