Middelen om Christus lief te krijgen – Koelman
1. Twee voorbereidende middelen om Hem lief te krijgen en om veel brandende liefde tot Hem te krijgen:
1.1 Tracht een historisch geloof te krijgen:
– dat er een Middelaar en Zaligmaker is…
– dat de Zoon van God mens geworden is, en dat Hij het werk der verlossing heeft uitgewerkt door Zijn dadelijke en lijdelijke gehoorzaamheid,
– dat Hij na Zijn opstanding ten hemel is gevaren, en aan Gods rechterhand is, en nog voor zondaren bidt.
– dat Hij Zijn dienaren nog uitzendt om het volk te bidden in Zijn Naam om zich door Hem met de Vader laten verzoenen.
Zo lang men niet ten volle overtuigd is, om hartelijk en ongeveinsd toe te stemmen aan hetgeen het Evangelie verhaalt aangaande de Heere Jezus Christus, is er geen hoop, ja geen mogelijkheid dat men Hem zou liefkrijgen.
Hoewel de meeste belijdende Christenen voorgeven dat ze het Woord van God geloven, is hun liefdeloosheid omtrent Christus er een duidelijk bewijs van dat hun zelfs aan het historisch geloof aangaande deze waarheid veel ontbreekt
1.2 Zoek verlichting, opheldering, overtuiging en gevoel van uw zondige, ellendige, rampzalige en machteloze staat zonder en buiten de Middelaar. En hoe u de Heere Jezus in alles nodig hebt, hoewel u Hem nu niet liefhebt.
Hierbij moet u zich voor ogen stellen, hoe de Heilige Schrift u beschrijft in uw natuurstaat als zeer rampzalig, walgelijk en krachteloos om uzelf enigszins te redden.
Hoe zij u ervan verzekert, dat u vele en zware schulden hebt, waarvoor u niet kunt betalen;
dat u onder de vloek van de wet en van het Evangelie ligt, waarvan u uzelf niet kunt redden.
Dat u in het grootste gevaar bent om in de vlammen van Gods toorn en in handen van Zijn wrekende gerechtigheid te vallen en in de afgrond weg te zinken.
Dat u het oordeel niet zult ontgaan als u sterft, wat ieder ogenblik kan gebeuren; zodat u dan oneindig en eeuwig ongelukkig zou zijn.
Dat niemand u kan helpen dan Christus alleen. Noch mensen, noch engelen kunnen u redden of bewaren.
Alleen Christus kan:
– uw schulden betalen
– uw kwaal genezen,
– u redden van de dood en van de hel, u
– verzoenen met God,
– u de zegen toebrengen en u het recht geven op het eeuwige, zalige leven.
God zal geen barmhartigheid tonen dan in en om de Middelaar, Die u nu nog mist.
Deze twee middelen zouden de weg banen en u vaardig en gewillig maken, als de Heere ze zegent, om de volgende en eigenlijke middelen tot de liefde tot Christus te gebruiken.
2. Directe middelen De directe en meest geëigende middelen om de liefde tot Christus te verkrijgen, zijn deze. Ik bid u, neem ze toch ter hand en stel niet uit ze vlijtig te gebruiken1.
2.1 Neem plaats onder zo’n bediening van het Woord waar u Christus in Zijn schoonheid en beminnelijkheid, in Zijn volheid en algenoegzaamheid, in Zijn waardigheid, en in Zijn bereidwilligheid om zielen te behouden, voorgehouden wordt.
Gebruik zo’n predikdienst waar de Heere Jezus onomwonden wordt voorgesteld met al Zijn vriendelijke aanlokkelijkheden, met al Zijn liefelijke nodigingen en aanbiedingen, met al Zijn liefdedaden zoals ze tot uitdrukking komen in Zijn leven en dood…
De predikdienst is het gewone, door God ingestelde en gezegende middel waardoor de liefdeloze zielen geloof en liefde krijgen,
waardoor de Heere hun harten opent en Zijn Geest zendt, om tot het omhelzen van Christus gebracht te worden, zoals we zien in Rom. 10: 17 “Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.”
Dit moet niet nagelaten worden. O hoeveel duizenden zijn onder de bediening van het Woord ontstoken in liefde tot Hem!
2.2 Grijp de Heere Jezus aan zoals Hij u tot alles aangeboden wordt in het Evangelie.
2.3 Neem Hem aan Joh. 1: 12 “Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.”
2.4 Verkies Hem voor boven alles Deut. 30: 19-20 “Ik heb u voorgesteld den zegen en den vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad, Liefhebbende den HEERE uw God, Zijner stem gehoorzaam zijnde en Hem aanhangende, want Hij is uw Leven”
2.5 Neem uw toevlucht tot Hem , uitroepend: Ps 36: 7-8 “HEERE, Gij behoudt mensen en beesten. Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen.”
2.6 Werp uw zondige, verloren, machteloze ziel op Hem, uitroepend Psalm 51: 3: “Zijt mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden”
Dit is in Hem te geloven, ofwel het toevluchtnemend geloof…
3. Nu zijn er van binnen en van buiten vele tegenwerpingen die u ontmoedigen om deze toevlucht te nemen tot Hem. En daarom, zie op wat God in Zijn Woord openbaart!
3.1 Dat Christus algenoegzaam is, en volkomen in staat om zondaren van allerlei slag, hoe ze ook gesteld zijn, te behouden en zalig te maken, Hebr. 7: 26 “Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap; Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft kom voor hen te bidden.”
3.2 Dat Christus Zichzelf aanbiedt en laat aanbieden in al Zijn volheid en rijkdom, door Zijn dienaren, aan allen die het Evangelie horen, zonder onderscheid te maken van wie dan ook,
Math. 11: 28 “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.”
Jes. 55:1 “O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.”
Joh. 7: 37 “En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.
Joh. 6: 35 “En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.”
Jer. 3: 1 “Gij nu hebt met vele boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij”
Mark. 16: 15 “Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie allen creaturen.”
3.3 Dat Christus allen, die onder de bediening en roeping van het Evangelie verkeren, in Zijn Naam laat bidden, en alsof God door de leraars bad, dat ze zich door Hem met God zouden laten verzoenen en zich door Hem zouden laten wassen, reinigen en genezen, 2 Kor 5: 20-21 “Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.”
3.4 Dat het een absoluut gebod is aan allen die onder het bereik van de stem van het Evangelie zijn, niemand uitgezonderd, dat ze in Christus moeten geloven, tot Hem komen, Hem aannemen, verkiezen en voor zich inwilligen als de volmaakte Middelaar, 1 Joh. 3: 23 “En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft.”
3.5 Dat het op straffe van verdoemenis is verboden het geloof in Hem na te laten en zijn ziel door ongeloof aan Hem te onttrekken of af te houden, Joh. 3: 36 “Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.”
3.6 Dat er een uitgebreide en volle verzekering is gedaan in het Woord, dat een ieder die in Christus gelooft en Hem omhelst waarlijk, dadelijk en onfeilbaar Jezus zal deelachtig worden en door Hem omhelsd en aangenomen zal worden
Joh. 6: 37 “die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”
Rom. 10: 12 “Want er is geen onderscheid, noch van Jood, noch van Griek; want Eénzelfde is Heere van allen, rijk zijnde (kantt. In genade) over allen die Hem aanroepen.”
3.7 Dat er niets voorondersteld wordt in enig zondaar, noch liefde, noch heiligheid, noch weekheid van het hart, noch iets anders wat hem aangenaam en beminnelijk zou maken, maar integendeel, dat hij moet komen zoals hij is, als arm, en niets bezittende, als goddeloos, verloren en machteloos in zijn waarneming, zoals hij dit ook is,
Matth. 5: 3 “Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.”
Jes. 55: 1 en 2 “O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.
Openb. 21: 6 “Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet.”
Rom. 4: 5 “Doch dengene die niet werkt, maar gelooft in Hem Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.”
Gelooft dan vrij in Hem; neem Hem hartelijk aan, zoals Hij u met alle genade en heerlijkheid, met Zijn bloed en Geest Zichzelf aanbiedt.
3.8 Verkies en omhels Hem voor uzelf tot rechtvaardigheid en ten leven, tot vergeving en heiligmaking, en volkomen verlossing en zaligheid, waartoe Hij van God gemaakt, of geordineerd en geworden is, 1 Kor. 1: 30. “Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing”
3.9 Laat u door Hem verzoenen, wassen, reinigen en genezen, en ter heerlijkheid leiden en bereiden.
Zach. 13; 1 “Te dien dage zal er een fontein geopend zijn voor het huis Davids en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinheid.”
3.10 Geef u geheel aan Hem over, opdat Hij alles aan u en voor u doe. Dan zal uw liefde tot Hem terstond volgen. Want dat geloof werkt door de liefde,
Gal. 5: 6 “Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende.”
Het geloof verenigt met Jezus en het is de Moeder-genade! En wij hebben Hem lief, nadat Hij ons eerst met liefde voorgekomen is, 1 Joh. 4: 19 “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.”
Dit is het gepaste en voorname middel om Christus lief te krijgen. Wie niet in Hem gelooft, kan Hem niet liefhebben, al werden hem nog zoveel beweegredenen voorgesteld.
En wie in Hem gelooft, kan niet nalaten om Hem lief te hebben. Want door het geloof woont Hij in het hart, en heeft Hij er Zijn troon, Ef. 3: 17 “Opdat Christus door het geloof in uw harten wone en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt”
Na het geloof is Hij alleen onze hoop, troost en verwachting, en daarom ook onze Liefste.
4. Bid in Jezus Naam of de Heere uw hart wil schikken of neigen om Hem en Zijn Zoon, de Middelaar, lief te krijgen, en de hoogste liefde te geven.
4.1 Belijd en beklaag uw liefdeloosheid.
4.2 Erken, dat u het rechtvaardig acht dat u dubbel vervloekt bent als u de Heere Jezus niet liefhebt, maar dat u Hem uit uzelf niet kunt lief krijgen.
4.3 Smeek Hem, dat Hij uw oren en ogen meer opent om te horen en met, genegenheid te luisteren naar het Woord van de nodiging van het Evangelie, en om te zien en te beschouwen Zijn beminnelijkheid en schoonheid. Want u hebt van nature gesloten oren en ogen,
Deut. 29: 4 “Maar de HEERE heeft ulieden niet gegeven 5een hart om te verstaan, noch ogen om te zien, noch oren om te horen, tot op dezen dag.”
4.4 En vooral, bid Hem dat Hij naar Zijn belofte uw hart besnijdt om Hem lief te krijgen, Deut. 30: 6 “En de HEERE uw God zal uw hart besnijden en het hart van uw zaad, om den HEERE uw God lief te hebben met uw ganse hart en met uw ganse ziel, opdat gij leeft.”
4.5 Smeek dat Hij zodoende de verkeerde overheersende liefde tot andere dingen afsnijdt, en van u weg neme, omdat ze niet samen kan gaan met de liefde tot God en tot de Heere Jezus,
Jac. 4: 4 “weet gij niet dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand Gods gesteld.”
1 Joh. 2: 15 “Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.”
Matth. 6: 24 “Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon.”
4.6 Bied uw hart zo in ootmoed de Heere aan, en smeek Hem dat Hij om Jezus wil het vernieuwt tot de oprechte liefde tot Jezus.
Hij zegt: Geef Mij uw hart (Spr. 23: 26). Bid Hem dan, dat Hij het in Zijn handen neme en houde, en het zo make als Hij het graag hebben wil.
Vraag maar: Jer. 31: 18 “” Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn, want Gij zijt de HEERE mijn God.”
5. Voeg u bij de ware liefhebbers van Jezus, die spreken over de beminnelijkheid en schoonheid van Jezus. Luister naar wat zij erover zeggen, ja, vraag hen welke schoonheid en heerlijkheid zij in Jezus zien, opdat ook uw hart daardoor in liefde tot Hem zou ontbranden.
Want zo zegent God gewoonlijk de aangename gesprekken en aanbevelingen, die de heiligen hebben over de Heere Jezus.
Daarvan staat een duidelijk voorbeeld in het Hooglied, waar de bruid sprak tot de dochteren van Jeruzalem, de belijders van het Evangelie: Indien gij mijn Liefste vindt, wat zult gij Hem aanzeggen? Dat ik krank ben van liefde!
Maar die belijders zagen weinig of geen voortreffelijke schoonheid in Jezus en waren daarom verwonderd, dat de bruid zo aangenaam en dorstend sprak over haar Liefste, en dat ze krank was van liefde tot Hem. Daarom vroegen zij: Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste? Alsof ze zeiden: Wat ziet u voor een uitnemende heerlijkheid in de Heere Jezus, meer dan in andere voorwerpen die men liefheeft? Daarop ging de bruid Zijn Persoon en uitnemende schoonheid en beminnelijkheid beschrijven en aanprijzen, zich beroemend over haar geluk, en sprak: Mijn Liefste is blank en rood; Hij draagt de banier boven tienduizenden. Zijn hoofd is van het fijnste goud, enzovoort.
En zij besluit: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk; zulk één is mijn Liefste, ja zulk één is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem, Hoogl. 5: 9-16.
En wat volgt daarop? Deze goede vrucht, dat ook de liefde van de dochteren in zoverre ontstoken werd, dat zij Hem ook wilden zoeken, samen met de bruid. Zij stelden daartoe deze nadrukkelijke vraag:
Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken Hoogl 6:1
Dit zijn de middelen, die dienen om liefde tot Jezus te krijgen.
Recente reacties