Welke liefde kan God behagen en is derhalve een vervulling van de liefdeswet?
- Indien het een oprechte liefde is, hebben wij God lief met ons ganse hart: “Gij zult den HEERE uw God liefhebben met uw ganse hart”. God wil het gehele hart hebben. Wij moeten onze liefde niet verdelen tussen Hem en de zonde.
- Wij moeten God liefhebben om Hemzelf, om Zijn wezenlijke uitnemendheden. Wij moeten Hem liefhebben om Zijn beminnelijkheid en schoonheid. Geveinsden hebben God lief, omdat hij hen tarwe en most geeft; wij moeten God liefhebben om Hemzelf.
- Wij moeten God liefhebben met al ons vermogen (Hebr. vurigheid). We kunnen nooit zo liefhebben als Hij verdient en daarom iig met ons maximale kunnen.
- Liefde tot God moet werkzaam zijn. Liefde is een ijverige neiging; ze draagt het hoofd op om na te denken over God, zet de handen aan het werk, en de voeten om op het pad Zijner geboden, te lopen. Het wordt genoemd “den arbeid der liefde”, 1 Thess. 1:3.
- Liefde tot God moet alles overtreffend zijn. Hij moet de voorrang in onze liefde hebben. Onze liefde tot God moet boven alles zijn. Boven bezit en bloedverwanten. Boven vader en moeder (Mattheus 10:37).
- Onze liefde moet voortdurend zijn. Liefde moet zijn gelijk het kloppen van de pols, die zolang klopt als er leven is. “Vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen” (Hooglied 8:7) ook de wateren van vervolging niet. “Geworteld in de liefde” (Efeze 3:17).
- Het moet gemeenschap zoekende liefde zijn. Indien wij God liefhebben, zal onze begeerte naar Hem uitgaan: “Tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is de begeerte onzer ziel”, Jesaja 26:8. Hij die God liefheeft, verlangt naar gemeenschap met Hem: “Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God”, Psalm 42:3. Kan alles missen maar God niet.
- De liefde zal uitkomen in liefde tot Gods inzettingen:
- Personen die elkaar liefhebben, wensen dikwijls samen te overleggen (gebed)
- Hij die God liefheeft, begeert veel in Zijn tegenwoordigheid te verkeren (de kerk/gemeenschap der heiligen)
- Hij die God liefheeft begeert Zijn sacramenten als de spiegel, waarin de heerlijkheid Gods schittert. Daarin ontmoeten wij Hem, Die onze ziel liefheeft (sacramenten)
- Hij die God liefheeft hangt aan Zijn Woord: Om Gods toelachen, fluisteringen en enige voorsmaken van de hemel te proeven.
- Zij die geen begeerte naar de inzettingen hebben, hebben geen liefde tot God.
- Het is liefde die haat wat scheiding/inbreuk in de liefde maakt (de zonde). Men kan niet de gezondheid liefhebben, of men moet het vergif haten; alzo kunnen wij God niet liefhebben, of wij moeten de zonde haten die onze gemeenschap met Hem teniet doet.
- Het is liefde die treurt over het leed wat den Geliefde wordt aangedaan. Indien wij ware liefde voor God in ons hart hebben, kunnen wij slechts treuren over die dingen, die Hem bedroeven; “Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden” (Psalm 119:136).
- Het is liefde die God aanprijst. Hij die God liefheeft, inspant zich in Hem zeer begeerlijk te maken voor anderen. Hij bewondert God niet alleen, maar verkondigt Zijn deugden, opdat hij anderen mag aanzetten en overhalen om Hem lief te hebben. Zij die liefheeft, zal haar liefhebber prijzen. De bruid die krank van liefde is, verheerlijkt Christus; zij houdt een lofrede op Zijn verdienste, opdat zij anderen mocht overreden Hem lief te hebben: “Zijn hoofd is van het fijnste goud”, Hooglied 5:11. Ware liefde tot God kan niet zwijgen, ze zal welsprekend zijn in het vermelden van Zijn roem. Er is geen beter teken van het liefhebben van God, dan Hem gans begeerlijk te doen schijnen en om vreemdelingen tot Hem te trekken.
- Liefde die God niet missen kan. Hij die God liefheeft weent bitterlijk als Hij niet tegenwoordig is. Maria komt wenend: “Zij hebben mijn Heere weggenomen”, Johannes 20:13. De één roept: Mijn gezondheid is weg! Een ander: Mijn bezit is weg! Maar hij die een liefhebber Gods is, roept uit: Mijn Heere is weg! Ik kan mij niet in Hem verheugen, Die ik liefheb. Wat kunnen alle aardse gemakken doen, als God eens niet aanwezig is?
- Hij die God liefheeft is gewillig om voor Hem te lijden. Hij onderschrijft Gods geboden; hij onderwerpt zich aan Zijn wil. Hij onderschrijft Zijn geboden: indien God hem gebiedt de zonde te doden, zijn vijanden lief te hebben, der wereld gekruisigd te worden, gehoorzaamt hij. Het is een ijdele zaak voor een mens om te zeggen dat hij God liefheeft, en Zijn geboden veronachtzaamt. Hij onderwerpt zich aan Zijn wil: indien God wil dat hij voor Hem lijdt, twist hij niet, maar gehoorzaamt. “De liefde verdraagt alle dingen”, 1 Kor. 13:7.
Recente reacties