“Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt.” Handelingen 13:38
Dit is een evangelie voor zondaren, niet voor heiligen. Het is een evangelie voor hen die zich door de vloek van de Wet getroffen weten. Het moet aan zondaars bekend gemaakt worden, dat God zo’n evangelie voor hen geopenbaard heeft. Adam is onze stamvader en in hem zijn wij één van bloed. En of u nu Israëlitische mannen of christelijke mannen of heidenen bent, wij zijn allen uit één bloed, en dat bloed is zonde voor God; dat bloed is onrein! Hoe kan uit zulk onrein bloed een reine voortkomen? Weet toch dat uw bloed, uw innerlijk, onrein is en dat dus al uw werken onrein zijn. U bent onrein en al wat u doet is onrein, omdat uw bloed, dat is uw leven, voor God een vloek is. Vervloekt zijn dus uw werken. Vervloekt is dus niet die of die vanwege zijn afkomst uit Adam, maar vervloekt zijn wij allen, mannen broeders! Allen zijn vervloekt. Wij zijn allen uit de aarde, aards, duivels en in opstand tegen God. En daarom, omdat wij zo zijn, is de eeuwige zaligheid door ons verloren; die kan niet door gebeden, boetedoeningen of goede werken weer verkregen worden. Wij hebben, ja wij zíjn gruwelijke zonde. Wij hoeven u niet te zeggen dat wij zonden hebben; dat wij bijvoorbeeld straatschenderij bedreven hebben, of dat wij onze naasten bedrogen of bestolen hebben. Want deze en meer andere verfijnde gruwelen zijn slechts gevolgen van één zonde. Die ene zonde, waarvan wij u vergeving verkondigen, is onze afval van God. Het is de gehoorzaamheid die wij aan de duivel bewezen hebben, toen hij ons zei dat wij God gelijk zouden worden, als wij van de boom der kennis des goeds en des kwaads zouden eten. Toen hij ons over ‘heilig worden’ sprak en verlichting der ogen beloofde, om goed en kwaad te kennen. Toen wij van de boom aten, waarvan God gezegd had: “Ten dage als u daarvan eet, zult u de dood sterven”, had de duivel ons door zijn verleiding ineens tot dieven gemaakt.
O, gruwelijke zonde, die net als de zonde van eigen heiligheid, alleen daaruit voortvloeit dat zij niet geloven dat Adams zonde ook hun zonde is. Dat zij allen met de gehele wereld dood zijn in zonden en misdaden. O, besefte u maar hoe gruwelijk diep u in de zonde leeft, ja dat heel uw wezen zonde voor God is. Dan zou u een geopend oor hebben voor de prediking van het Woord dat vergeving verkondigt. U zou de grote liefde van God opmerken, dat Hij vergeving laat prediken. Maar het is ook nog een gruwelijke zonde, dat men meent in de gunst van God hersteld te kunnen worden door eigen werken, door bidden en kastijdingen. Het is een gruwelijke zonde vroom te willen zijn voor God. Voor God echter, is men in de grond van de zaak goddeloos. En erkende men dit maar. Het is een grote zonde zichzelf te willen behouden en niet alleen behouden te willen zijn op de manier zoals God behoudt: het behoud zoals Hij ons dat door het Evangelie laat verkondigen. gelukkig volk dat zonde heeft, dat weet helemaal zonde te zijn! Een volk dat overtuigd is van het feit dat er voor hen op de aarde geen middelen zijn die de zonde kunnen wegnemen. Dat allen die het geprobeerd hebben vervloekt zijn, als zij hun pogingen niet hebben opgegeven. Die geen zonde heeft, behoeft geen vergeving. Allen die (de duivelse) raad om van de zonde af te komen opvolgen, zullen de vergeving door het bloed van Christus niet deelachtig worden. Tenzij de overtuiging ontstaat dat alleen het bloed van het Lam baten kan. Eeuwig verdoemd zijn allen die dat bloed niet rein genoeg achten! Daarom mens, verlaat de mens der zonde, de zoon des verderfs!
“Zo zij u dan bekend mannen broeders, dat door Deze u vergeving der zonden verkondigd wordt.”
De duivel heeft de mens zo opgeblazen dat die mens vol eigen wijsheid is. Hij wil het in natuurlijke zaken niet alleen beter weten dan zijn gelijken, maar bovenal verheft hij zich in zijn waanwijsheid boven God. Hij weet alles veel beter. Al zegt God duizendmaal: “Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde”, en al leerden de apostelen dat de zonden vergeven zijn, toch komt de mens met zijn eigen heiligheid: ‘God zal Zijn liefde betonen als wij eerst beginnen ons tot Zijn liefde voor te bereiden. De zonde zal vergeven worden als wij vlijtig bidden en de voorschriften van de paus of van andere geestelijke raadgevers opvolgen’. Die neiging zit in ons aller hart. De leer “Dat God Zijn liefde jegens ons bevestigd heeft, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren”, keren wij om; wij zeggen: ‘God zal Zijn liefde betonen aan een ieder die Hem begint te voet te vallen.’ Ofwel: ‘Hij bevestigt Zijn liefde aan heiligen, aan hen die geen zondaars zijn.’ Wij ergeren ons echter niet aan de leer van de duivel. Wij vinden die naar ons oordeel veel aannemelijker dan de leer van Christus. O, wat zullen er dan duizenden door zelfheiliging en door voorschriften van het verstand tot allerlei dweperij vervallen! Want het zal niet meer geduld worden wat de apostel zegt: “Ik verkondig u door Deze, namelijk door Jezus Christus, dat u vergeving der zonden ontvangen hebt.” Zij zullen de hele raad Gods tot zaligheid verdraaien, en zullen zich ook verzetten tegen het: “Alzo lief heeft God de wereld gehad.”
Maar ik zeg u ronduit dat deze zogenaamde heiligen geen deel kunnen hebben aan de zuivere prediking van de vergeving van zonden. De vergeving van zonden is geen systeem, dat de mens zich kan toeëigenen. Maar het wordt u verkondigd dat zij aangebracht is door Jezus Christus. Zij is door Jezus Christus geschonken aan alle uitverkorenen! Er wordt u niet gevraagd of u de vergeving van zonde wilt aannemen. Ook wordt er niet gezegd dat u er iets voor doen moet. Zij wordt u verkondigd! Het wordt u luid toegeroepen: “Ontwaakt gij die slaapt en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten!” Of wilt u in de slaap van uw zonde voortsluimeren? Uzelf geruststellend met de gedachte dat u al ontwaakt bent; dat u al een plaats onder de heiligen verkregen hebt; dat uw dagelijkse gebeden – die u toch maar prevelt – bewijzen dat u van de wereld afgezonderd bent? U leeft nu in de grote verzoendag. U, die met al uw nakomelingen van God afgevallen bent. Gelukkige mens die dat gelooft en Gode het loflied aanheft voor zijn verlossing! Die dag, ja het heden waarin u de stem van God hoort, is voor u het bewijs dat God alléén waarachtig is. Dat Hij de verkondiging van de vergeving van uw zonden niet aan voorwaarden verbindt. Maar dat Hij, zónder naar een offer van uw hand om te zien, u verkondigt dat door Jezus Christus de vergeving der zonde verworven is.
Wat is u nu nodig, o mens!, om u van die weldaad te verzekeren? God heeft het Zijne gedaan! Hij is om de onveranderlijkheid van Zijn raad te bevestigen met een eed daartussen gekomen en heeft gezegd: “Waarlijk zegenende zal Ik u zegenen!” Dat wil toch zoveel zeggen als: terwijl Ik al de zegeningen tot uw eeuwige gelukzaligheid in Mijn vredesraad vastgesteld heb, zal Ik voortgaan om u die zegeningen met een daad te bevestigen. Ik geef Mijn enige geliefde Zoon over in uw plaats, om aan Hem het strenge recht der wet uit te voeren, opdat zo door Hem het recht van de wet ook in u vervuld zij. Meent u dat u eerst moet strijden en worstelen volgens voorschriften van menselijke vroomheid, om daaraan het recht te ontlenen dat de vergeving ook u aangaat? Daardoor grijpt u in in het werk van Jezus Christus! Door dat te beweren acht u Zijn strijd onvolkomen. U meent dat Paulus raast, als hij u toeroept: “Mannen broeders, het zij u bekend dat door Deze u vergeving der zonde verkondigd wordt.” Is het dan niet duidelijk, dat zij die u op een andere wijze vergeving van zonden verkondigen, de vreselijke vloek van God over zich halen? Is het u dan nog niet duidelijk dat de paus en al de valse profeten vervloekt zijn, omdat zij Christus voor u willen bedekken? Zij allen zijn dienstknechten van de duivel, die vrezen dat u Christus alleen zult aanhangen en zo één geest met Hem zult zijn. Hij wil u maken tot vrome volgelingen en geestverwanten van hen die vrije genade vijandig bestrijden. Alles wat u dus tot uw behoud wilt aangrijpen, is vergeefse arbeid, want Jezus heeft een volkomen werk ten uitvoer gebracht. Hij heeft de wet van God die u vertreden hebt, geheel volbracht en alzo God een volkomen voldoening geschonken. Hij heeft dat niet voor Zichzelf gedaan, maar voor u, mannen broeders. Voor u die uit Adam voortgekomen bent! Of denkt u geen deel te hebben aan het onreine bloed van Adam? De duivel, de geslagen vijand van het rijk Gods, is de grootste dwaalleraar. Hij zoekt uw oren te sluiten voor deze verkondiging. Mannen broeders! u bent tot vrijheid geroepen; alleen gebruik de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees! Laat uw eigen godsdienst varen. Streel uw zinnen niet met de gedachte dat u Gode behagen kunt als u iets doet dat er als ware godsdienst uitziet. Want de duivel weet niets beters om u van de vergeving van zonden af te houden, dan door heiligheid te bedrijven. Gun uw vlees geen rust, door het de waan te ontnemen dat het geestelijk is! Dat het de godzaligheid volmaakter geleerd heeft dan anderen. Paulus roept de joden toe: “Mannen broeders, dit zij u bekend, dat door Deze u vergeving der zonde verkondigd wordt.” alleen hij, die zichzelf mishaagt is er deelgenoot van. Alleen zij die geloven dat Hij, Die de vergeving van zonden teweeg gebracht heeft, waarachtig en getrouw is en dat alle mensen leugenachtig zijn. Want zij zijn met de gehele wereld uit de vader der leugenen, die een mensenmoorder was van de beginne.
Ik beantwoord nog eens de vraag wat er nodig is om u te verzekeren dat de apostel ook u bedoelt met de woorden ‘dat door Jezus Christus u vergeving van zonden verkondigd wordt’:
Het is duidelijk dat u moet weten, dat u niet alleen zonden, gruwelijke, hemeltergende zonden hébt, maar dat u met uw hele wezen zondig bent voor God. Dat u dus de hoop op zelfbehoud, de hoop om door enig werk van uw zonden verlost te worden, moet opgeven. U moet geloven dat de paus met zijn hele aanhang zonde voor God is. Dat hij uit de duivel is, uit de vader der leugenen die een mensenmoorder van de beginne is, en daarom ook zelf een mensenmoorder is door de mensen van Christus af te houden. U moet overtuigd zijn dat het met u voor het gericht Gods zo gesteld is, als met één, wiens zaken als gevolg van een faillissement hopeloos zijn. Er is immers voor iemand die alles er doorgebracht heeft, geen herstel meer mogelijk. Tenzij zich een ander aandient om hem te redden, zijn schulden te betalen en bovendien zijn verloren zaak weer geheel in de vorige staat terug brengt! Zo is nu in de hemel alles hersteld voor allen die weten en bekennen dat zij alles verloren hebben. Omdat Jezus Christus zich vrijwillig in uw hopeloze toestand heeft begeven, ja de straf heeft gedragen, die u zich door moedwillige ongehoorzaamheid op de hals gehaald hebt. En de Vader in de hemel, Die geen welbehagen kon hebben in uw hopeloze toestand, had een welbehagen in de losprijs van Zijn geliefde Zoon! Die losprijs was Zijn Bloed, dat Hij voor ú uitgoot, omdat u in uw stamvader Adam onrein was en onder de last van de eeuwige toom van God moest vergaan. O zondaars! Reinigt uw harten en handen van al uw dodelijke inbeeldingen, als zou u toch nog door een enkele zucht iets vermogen. Werp u in de nood van uw ziel zonder schroom op het Altaar Christus. Dan zult u uw lichamen gesteld hebben tot een Gode welbehaaglijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En u zult de gerechtigheid en heiligheid van Hem om niet deelachtig geworden zijn. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde, en in der eeuwigheid! Hij zond Zijn apostelen niet uit om alleen aan de joden, maar ook aan de heidenen bekend te laten maken, dat door Hem de vergeving der zonde tot hen gekomen was. Die door hun werken gerechtvaardigd zoeken te worden, zijn allen vijanden van de genade. Maar u, mannen broeders, die weet en gelooft geen andere waarde te bezitten dan dat u uit één bloed, het bloed van Adam bent voortgekomen en daardoor voor God niet deugt, u zij heden bekend – dat door deze Jezus, Die door de paus en alle farizeeën verloochend werd – vergeving der zonde verkondigd wordt! Amen.
Recente reacties